Woongroep steeds populairder onder ouderen: ‘Ik hoef hier nooit meer weg’

Bewoners van het Knarrenhof in Zwolle, aan het werk in de gezamenlijke tuin.
© Stichting Knarrenhof Nederland. AD Hanneke van Houwelingen 07-02-2019

 
  201904stimregelingfoto.jpg Je oude dag slijten in een woongroep? Prima, zeggen ouderen, maar dan wel met gelijkgestemden.
Het rijtjeshuis is nog altijd de onbetwistbare favoriet onder de Nederlandse senior, maar gezamenlijk wonen wint terrein.
Zes op de tien ouderen ziet zichzelf in de toekomst wel wonen in een woongroep, waar gemeenschappelijke activiteiten worden georganiseerd en de bewoners elkaar helpen als dat nodig is.
Dat blijkt uit een enquête van ouderenbond ANBO onder 5700 ouderen.
De voorstanders hebben wel een paar voorwaarden: ze hechten nogal aan hun privacy en willen het liefst samenleven met gelijkgestemden, zoals alleenstaanden, homoseksuelen, of mensen met dezelfde religie of levenshouding.
 
Stroperig
Volgens de ANBO komen alternatieve woonvormen nu amper van de grond, omdat het ontbreekt aan financiering of een goede locatie. Ook de gemeentelijke procedures zijn ‘te stroperig’, zegt woordvoerder Renée de Vries. ,, Als een particulier een woongemeenschap wil laten bouwen, duurt het gemiddeld acht jaar voor deze er staat. Dat is veel te lang.’’
 
Ook het kabinet wil daar verandering in. Deze week bracht ze naar buiten dat ze "vanaf het voorjaar" 164 miljoen euro beschikbaar stelt voor nieuwe vormen van wonen en zorg voor ouderen. Initiatiefnemers worden straks geholpen bij de financiering met garantiestellingen of leningen. Het kabinet verwacht dit jaar bijna tweehonderd plannen te ondersteunen, zoals de bouw van een hofje of de verbouwing van een oud schoolgebouw naar appartementen voor ouderen. Mooi dat het kabinet geld uittrekt, maar zorg ook da t gemeenten meer en sneller gaan bouwen’’, zegt de ANBO.
 
Als een particu­lier een woongemeen­schap wil laten bouwen, duurt het gemiddeld acht jaar voor deze er staat.     Renée de Vries, ANBO
  In Zwolle duurde het zeven jaar voordat woongroep ‘het Knarrenhof’ werd opgeleverd. Vorig jaar verhuisden de eerste bewoners. De 48 koop- en huurwoningen zijn inmiddels zo populair dat er ruim driehonderd mensen op de wachtlijst staan. Liedeke Reitsma (66), bewoner van het eerste uur en initiatiefneemster, geeft haar plekje mooi niet op. Ik woonde voorheen op een flatje. Bah. Ik zocht een gelijkvloers comfortabel huis, met een tuintje, om oud in te worden. Ik hoef hier nooit meer weg.
 
Dakgoten
De bewoners hebben een gemeenschappelijke tuin en activiteitenruimte, waar ze zelf borrels en creatieve workshops organiseren. Niemand is verplicht om mee te doen. De hoftuin en woningen worden door de ouderen "gemiddelde leeftijd 61 jaar" onderhouden. Zelfs de dakgoten maken we zelf schoon. Op ons valt geen etiketje te plakken van oud, eenzaam of geitenwollensok. We zijn gelijkgestemden, ofwel moderne ouderen die volop meedraaien in de maatschappij.
 
De voordeuren van het Knarrenhof werden bewust aan de buitenkant van het hofje geplaatst, zodat de bewoners hun privacy behouden. ,,Maar we houden wel links en rechts een oogje in het zeil. Vorige week kreeg ik zelf nog spontaan hulp na mijn elleboogoperatie. De buren stonden op de stoep met maaltijden en bloemen, en deden zelfs een afwasje voor me. Heel fijn.’’
 
Het bestuur van het Knarrenhof had graag ook huurwoningen in de vrije sector aangeboden, maar niemand wilde volgens Reitsma investeren. ,,We wilden de huur laag houden, juist omdat we zo veel zelf doen, maar daar was geen investeerder in geïnteresseerd. Die willen toch vooral harde knaken zien. Ze juicht de subsidieregeling van het kabinet toe. Misschien komt een tweede Knarrenhof dan sneller van de grond.
 
In Zwolle wordt haar Knarrenhof wel eens vergeleken met een bejaardentehuis. No way’’,zegt de zestiger fel. Ik verzuip me nog liever in het Zwarte Water (rivier in Overijssel, red.) dan in zo’n troosteloos tehuis te wonen, waar alle leuke activiteiten zijn wegbezuinigd en je zit te wachten op de dood.